Spreuken 6:1

SVMijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt;
WLCבְּ֭נִי אִם־עָרַ֣בְתָּ לְרֵעֶ֑ךָ תָּקַ֖עְתָּ לַזָּ֣ר כַּפֶּֽיךָ׃
Trans.bənî ’im-‘āraḇətā lərē‘eḵā tāqa‘ətā lazzār kapeyḵā:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בְּ֭נִי

Mijn zoon

אִם־

-

עָרַ֣בְתָּ

borg geworden zijt

לְ

-

רֵעֶ֑ךָ

zo gij voor uw naaste

תָּקַ֖עְתָּ

toegeklapt hebt

לַ

-

זָּ֣ר

voor een vreemde

כַּפֶּֽיךָ

uw hand


Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt;


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!